Kameleons spreken tot de verbeelding. Het feit dat ze van kleur veranderen en dat ze een oproltong hebben, is leuk en bijzonder. Stof voor prentenboeken zou je zeggen. En gelukkig hebben twee grootheden zich over de kameleons ontfermd: Eric Carle met De kakelbonte kameleon en Leo Lionni met Een kleur van zichzelf.
In De kakelbonte kameleon ziet een kameleon wordt het leven van een kameleon beschreven. Hoe hij van kleur veranderen kan en hoe hij met zijn lange tong vliegjes kan vangen.
De kameleon is best tevreden, tot hij in een dierentuin zoveel mooie dieren ziet, dat hij jaloers op ze is, en net zo wil zijn als zij. Zijn wens gaat maar een beetje in vervulling, van elk dier krijgt hij een lichaamsdeel: de nek van de giraf, de vleugels van de flamingo, het gewei van een hert etcetera.
Tot het zo’n gek dier is dat je de kameleon helemaal niet meer terugvindt! En dan krijgt hij honger, en wil hij een vliegje vangen. Maar dat gaat niet meer want hij heeft geen kameleonnen-tong meer…
In Een kleur van zichzelf vindt een kameleon het helemaal niet leuk dat hij steeds de kleur van zijn omgeving aanneemt. Hij wil een kleur van zichzelf! Helaas lukt dat niet. Dan komt hij een andere kameleon tegen, en krijgen ze samen dezelfde kleur. Ze moeten daarvoor wel dichtbij elkaar blijven, en dat doen ze dan ook, hun hele leven.
Na het voorlezen gingen de kinderen zelf een kameleon maken. Daar kwam veel kleur aan te pas!
Nog geen reacties.